Formatie, verder zonder de VVD

Formateur Johan Kiekebosch heeft Gemeentebelangen geadviseerd om een college van GB en CDA te formeren, zonder de VVD.

johan

Johan komt met de volgende onderbouwing:

Als formateur heb ik deze week langdurig verkennend gesproken met GB, CDA en VVD over een coalitie van drie partijen. Ook zijn er onder mijn leiding door GB bilaterale gesprekken gevoerd met PvdA, D66 en SP over programmatisch draagvlak voor het collegeprogramma. Een gesprek met LA bleek helaas praktisch niet in te plannen. Ik heb intussen LA uitgenodigd dit gesprek alsnog te voeren.

De coalitie van drie partijen is vooraf gekenschetst als een ‘robuust’ college. Als formateur wilde ik verkennen of dit robuuste college voldoet aan drie doelstellingen: een stabiel dagelijks bestuur met breed draagvlak in de raad, waarin GB zijn programma kan verwezenlijken.

Ik ben er, samen met de delegatie van GB, van overtuigd geraakt dat het robuuste college níet het college is dat aan die drie doelstellingen beantwoordt. Mijn conclusie is dat de drie doelen in een college van GB en CDA beter realiseerbaar zijn. Ik heb GB dan ook geadviseerd een college van GB en CDA te formeren.

Vanzelfsprekend wil ik dat graag toelichten.

Het gesprek dat de drie partijen dinsdag onder mijn leiding voerden, was verhelderend. Gezegd kan worden dat er op veel punten overeenstemming bestond, bijvoorbeeld over een deel van de bezuinigingen. Zo zijn alle partijen het eens over bezuinigingen die gevonden kunnen worden in de efficiencysfeer. Globaal gesproken kan daar een derde van de te realiseren bezuinigingen gevonden worden. In die zin kunnen CDA, GB en VVD elkaar de komende vier jaar blijven vinden.

Op een aantal punten waren er verschillen tussen GB en CDA, tussen CDA en VVD of tussen GB en VVD. De essentiële politieke breuklijnen bespeurde ik echter toch vooral tussen enerzijds CDA en GB en anderzijds de VVD.

Een belangrijk gesprekspunt vormde de zorg. Het CDA spreekt zich er over uit dat de zorg de eerste prioriteit is. Het CDA wil de uitvoering van de zorg op het huidige niveau handhaven. GB gaf te kennen dat men vindt dat de gemeente in de zorgsector initiatiefrijk moet zijn en zorginitiatieven moet ondersteunen. Een belangrijk voorbeeld is de Wet Maatschappelijk Ondersteuning. Daar blijkt dat de VVD geheel, en CDA en GB slechts gedeeltelijk akkoord gaan met een versobering van de dienstverlening bij individuele voorzieningen. Verder denkt de VVD in de sfeer van zorg en welzijn een extra bezuiniging te kunnen inboeken als synergievoordeel, een standpunt waarmee GB en CDA het oneens zijn.

De stimulering van de economie is een ander punt waarbij VVD een andere koers wil varen. VVD wil, indien de financiële ruimte dat toelaat, investeringen in de economische sector doen. GB staat een andere benadering voor en denkt veel meer aan een ondersteunende en faciliterende overheid, waarbij het initiatief ligt bij de economische sector zelf. Het CDA volgt een vergelijkbare lijn, en legt het primaat voor de economische ontwikkelingen bij de werkgevers. VVD vindt dat de gemeente een totaalvisie moet ontwikkelen voor het centrum van Raalte. Daarbij worden aspecten als economie, verkeer en infrastructuur betrokken. Binnen zo’n totaalvisie wordt gekeken naar bijvoorbeeld het afschaffen van betaald parkeren. GB is geen voorstander van een dergelijke aanpak. Het CDA laat zich in vergelijkbare woorden uit.

Ook op het terrein van de verbinding tussen Raalte-Noord en Raalte-Centrum bleek eenzelfde verschil in aanpak. De VVD kiest voor een visiediscussie en een integrale benadering, terwijl GB het liefst de pragmatische weg bewandelt. Het CDA geeft te kennen voor deze problematiek geen behoefte te hebben aan een uitgebreid onderzoek.

Verschil is er verder in de wijze waarop de partijen met de financiële middelen willen omgaan. Vooral als het gaat om de relatie tussen heffingen, en de besteding daarvan, is er verschil van opvatting. Waar de VVD de heffingen wil gebruiken voor het doel waarvoor ze geheven zijn, staat GB een grotere flexibiliteit voor. Het CDA gaf te kennen het standpunt van de VVD te star te vinden.

Bij de discussie over de sportvoorzieningen stelde de VVD dat reeds ingezet beleid niet teruggedraaid hoeft te worden. Als verenigingen echter zelf te kennen geven het beheer van sporthal Hoogerheijne te willen overnemen, is dat voor de VVD wel bespreekbaar. GB en CDA vinden dit een slechte zaak.

CDA, GB en VVD spraken na afloop uit, dat ze het gesprek als verhelderend en open hadden ervaren. GB gaf in de persoon van Wout Wagenmans direct al te kennen dat er de nodige programmatische geschilpunten met de VVD zijn. In het fractieberaad dat GB daarna voerde, werd duidelijk dat er grote vraagtekens te zetten zijn bij één van de doelstellingen van GB: het realiseren van het eigen programma. Ook de doelstelling van een stabiel dagelijks bestuur is met VVD lastiger te realiseren dan zonder de VVD. Niet alleen de vele programmatische verschillen, maar ook de verschillen in visie op besturen vergroten het risico op instabiliteit. Dit wordt nog eens onderstreept doordat VVD een aantal nieuwe bezuinigingsvoorstellen deed, die in de ogen van GB niet realistisch en niet onderbouwd zijn.

Vervolgens zijn er door GB drie gesprekken gevoerd met andere partijen. Het lukte helaas niet met LA te spreken, maar er werden wél gesprekken gevoerd met PvdA, D66 en SP. Hoewel het in dit kader te ver gaat om alle aspecten van die gesprekken te benoemen, kan in algemene zin wél gesteld worden dat PvdA, D66 en SP op veel terreinen een overeenkomstig standpunt hebben als GB. Dit blijkt het sterkst binnen het sociale domein, met thema’s als zorg, welzijn en armoedebestrijding, maar ook op terreinen als duurzaamheid, leefbaarheid, onderwijs en voorzieningenniveau. Op veel van die terreinen wijkt het standpunt van de VVD af van dat van andere partijen. Als voorbeeld geldt een bezuiniging op duurzaamheid: deze wordt door VVD wel
ingeboekt, en door de andere partijen niet. Hetzelfde gaat op voor het voorzieningenniveau bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Voor mij als informateur hebben de gesprekken met de drie andere partijen een belangrijke rol gespeeld bij mijn advies over doelstelling nummer drie, het realiseren van een breed draagvlak. Ik ben, in samenspraak met de fractie van GB, tot de conclusie gekomen dat dit draagvlak béter zonder, dan met de VVD valt te realiseren.

Om dat brede draagvlak te krijgen en te behouden, wordt veel gevraagd van GB en CDA. Vertrouwen komt immers te voet, en gaat te paard. Beide partijen moeten bereid zijn te blijven investeren in die brede steun. Dat vraagt op korte termijn om een gesprek met Lokaal Alternatief, om ook hun wensen zoveel mogelijk een plek te geven in een college-akkoord. Ook wenst GB het gesprek met de VVD open te houden over het collegeprogramma. Zoals bij aanvang gezegd zijn er immers veel overeenkomsten.

Daarom wil GB een aantal piketpaaltjes slaan aangaande het collegeprogramma. GB wil de omvang en richting van de bezuiniging van 3,3 miljoen euro opnemen in het collegeprogramma. De exacte invulling wil GB via een raadsdebat laten vaststellen. Daarbij moet vooral veel aandacht zijn voor een discussie over de kerntaken van de gemeente. Verder vindt GB het nodig in het collegeprogramma een paragraaf op te nemen over de openheid en het inhoudelijke debat in de raad en in de samenleving.

 

Interessant? Deel het direct met uw netwerk