Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel in de zaak rond het aangetroffen stortgat aan de Heesweg. Op basis van adviezen van twee advocaten ziet de gemeente aanknopingspunten om de uitspraak van de rechtbank aan te vechten. De gemeente heeft extra kosten moeten maken in verband met de sanering van een zeer groot stortgat dat aanwezig bleek te zijn in het perceel grond dat de gemeente in 2006 aankocht van de heer Haarman om het bedrijventerrein De Zegge VII te ontwikkelen. “Het is maatschappelijk onaanvaardbaar om deze kosten zonder meer te laten dragen door de inwoners van Raalte”, aldus wethouder Wagenmans. “Daarom is de inzet er steeds op gericht om deze kosten op de verkoper van de grond, de heer Haarman, te verhalen.”
26 November 2014 deed de rechtbank Overijssel uitspraak in de zaak, die de gemeente had aangespannen De rechtbank bepaalde dat niet kon worden bewezen dat Haarman wist van de grote bodemverontreiniging in een stortgat op zijn voormalige boerenerf. Deze uitspraak was voor de gemeente teleurstellend omdat er naar de mening van de gemeente voldoende redenen waren om de saneringskosten te verhalen op de verkoper.
Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de gemeente de mogelijkheden om hoger beroep in te stellen onderzocht en heeft daarbij advies ingewonnen van de eigen advocaat en een second opinion gevraagd bij een ander advocatenkantoor. Beide advocaten komen tot de conclusie dat er aanknopingspunten zijn om de uitspraak in hoger beroep aan te vechten. Gelet op deze adviezen en vanwege het maatschappelijk belang om de saneringskosten te verhalen op de verkoper, heeft het college vandaag besloten om hoger beroep in te stellen.